De Eerste Kamer heeft vandaag het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen aangenomen. Het wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen en versterkt de positie van particuliere en zakelijke bouwconsumenten.
Door de toenemende complexiteit in de bouw is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging volgens de overheid noodzakelijk. Hiermee wordt de relatie tussen opdrachtgever, bouwconsument en bouwende partijen evenwichtiger.
Meer mogelijkheden opdrachtgevers
Bij de oplevering van een bouwwerk moet de aannemer aantonen dat aan de regelgeving is voldaan. Wanneer bij oplevering blijkt dat een bouwwerk niet volgens de regelgeving en gemaakte afspraken is gebouwd, krijgen opdrachtgevers betere mogelijkheden om de aannemer aan te sporen tot herstelwerkzaamheden. Ook informeert de aannemer de klant over de manier waarop risico’s tegen schade door het niet nakomen van de verplichtingen en de gebreken na de oplevering zijn afgedekt. Daarbij wordt het opschortingsrecht van de particuliere opdrachtgever aangescherpt. Het depotbedrag wordt pas door de notaris in de macht van de aannemer gebracht, nadat de opdrachtgever in de gelegenheid is gesteld aan te geven of hij van dat opschortingsrecht gebruik wenst te maken.
Stemverhoudingen
De fracties van VVD, PvdA, GroenLinks, PvdD, OSF, 50PLUS, SGP, D66 en Fractie-Duthler stemden voor, de fracties van CDA, ChristenUnie, SP en PVV stemden tegen.
De Kamer debatteerde 23 april in derde termijn met minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken over het wetsvoorstel. De plenaire behandeling was op 11 juli 2017 op verzoek van de minister aangehouden. De minister heeft de Kamer naar aanleiding van het debat op 23 april een brief gestuurd in antwoord op vragen vanuit de Kamer.
Bron: Eerste Kamer